Wat zijn de regels t.a.v. machtigingen t.b.v. uitwisseling van medische gegevens ?
Artsen hebben een beroepsgeheim waardoor ze niet zomaar medische gegevens van een patiënt aan anderen kunnen verschaffen. Wordt een arts benaderd met het verzoek om gegevens te verstrekken over een van zijn patiënten dan moet hij dat in beginsel weigeren. De patiënt of diens vertegenwoordiger kan de arts van zijn beroepsgeheim ontheffen door hem toestemming te geven bepaalde informatie wel aan derden te verstrekken. Voordat de patiënt de arts – of diens vertegenwoordiger – toestemming kan geven moet de patiënt weten om welke gegevens het gaat en wat het doel is van de verstrekking. De patiënt kan de toestemming mondeling of schriftelijk geven. In het laatste geval spreken we van een machtiging.
Machtigen
Onder machtigen wordt verstaan dat degene die de machtiging verleent, de gemachtigde persoon schriftelijk de bevoegdheid geeft een hem toebehorend recht namens hem uit te oefenen. Zo kan de patiënt de arts machtigen om zijn medische gegevens voor een bepaald doel aan derden te verstrekken.
Voorwaarden
Een schriftelijke machtiging moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Uit de machtiging moet blijken welke informatie mag worden verstrekt, aan wie de informatie mag worden verstrekt en voor welk doel. De machtiging dient zo specifiek mogelijk te zijn toegesneden op dit doel. Ook moet de machtiging helder en duidelijk zijn geformuleerd om verwarring daarover te voorkomen. Is een machtiging gegeven, dan wil dit overigens niet zeggen dat de arts verplicht is informatie te verschaffen. Is er twijfel omtrent de juistheid/ volledigheid van de machtiging dan doet de arts er verstandig aan zijn patiënt te benaderen en te vragen of de machtiging juist is.
Geldigheidsduur
In een aantal gevallen zal in de machtiging aangegeven zijn wat de geldigheidsduur van de machtiging is. Staat dit niet vermeld, dan moet dit worden bepaald aan de hand van de inhoud van de machtiging. Zoals hiervoor aangegeven is, moet de machtiging het doel van de gegevensverstrekking bevatten. Kan dit doel niet meer bereikt worden dan is de machtiging niet meer geldig. Een voorbeeld is de machtiging met het doel informatie te verschaffen in verband met een medische keuring. Is die keuring al geweest, of heeft de patiënt zich teruggetrokken uit de keuring, dan verliest de machtiging zijn geldigheid.
Kan het doel nog wel worden bereikt en zijn de overige omstandigheden niet gewijzigd, dan hoeft in beginsel niet getwijfeld te worden aan de geldigheid van de machtiging. De machtiging bijvoorbeeld die een patiënt aan zijn advocaat heeft verstrekt met het doel hem te voorzien van informatie in een procedure, zal in veel gevallen gedurende de periode dat de procedure loopt geldig zijn.
De arts moet opletten of de patiënt niet ondertussen de machtiging heeft gewijzigd of heeft ingetrokken. Bij twijfel is het altijd aangewezen dat de arts zijn patiënt benadert en vraagt of de machtiging nog steeds de actuele wil weergeeft. Van dit gesprek kan de arts vervolgens aantekening in zijn dossier maken.
Het verdient aanbeveling om bij machtigingen die voor een langere tijd gelden, de geldigheidsduur te noteren. Na een bepaalde periode moet de machtiging dan opnieuw in overleg met de patiënt bekeken en gedateerd worden. Hierdoor wordt in veel gevallen de onzekerheid over de geldigheid weggenomen.
Bron: KNMG, september 2013